-
1 mis à part
mis à partafgezien van, behalve -
2 célébration
célébration [seeleebraasjõ]〈v.〉♦voorbeelden: -
3 officier
officier1 [offiesjee]〈m.〉♦voorbeelden:officier de la Légion d'honneur • officier van het Legioen van Eerofficier de la marine marchande • koopvaardijofficierofficier général • opperofficiergrand officier • grootofficierofficier subalterne • lagere officierofficier supérieur • hoofdofficierofficier de police judiciaire • opsporingsambtenaarofficier ministériel, public • (ministerieel) ambtenaar————————officier2 [offiesjee]〈 werkwoord〉1. m 2. v -
4 touche
touche [toesĵ]〈v.〉4 toets ⇒ penseelstreek, kleurcontrast, schrijfstijl♦voorbeelden:touche à effleurement • tiptoetstouche d'espacement • spatietoetssentir une touche • voelen dat men beet heeftpeindre à petites, grandes touches • met fijne, grove streek schilderentouche longue, courte • lange, korte inworpil y a touche • de bal is uitrester sur la touche • op het reservebankje zitten〈 figuurlijk〉 être mis sur la touche • op non-actief gesteld zijn, uitgerangeerd zijnf1) toets3) treffer [schermen]4) uiterlijk, voorkomen5) inworp [sport]6) zijlijn [sport] -
5 part
part [paar]〈v.〉1 deel ⇒ gedeelte, portie2 aandeel ⇒ bijdrage, percentage♦voorbeelden:1 avoir sa part de gâteau, avoir part au gâteau • meedelen in de winst, een graantje meepikkense tailler la part du lion • zich het leeuwendeel toe-eigenenil y a une part de vérité là-dedans • er zit iets waars inavoir part à • deelnemen inne pas donner sa part aux chiens • zich niet de kaas van het brood laten eten(faire) part à deux • eerlijk delen, samen delenfaire part de qc. à qn. • iemand iets mededelenfaire la part belle à qn. • iemand ruim bedelenfaire la part de • rekening houden metfaire la part des choses • inschikkelijk zijnfaire la part du feu • een deel opgeven, opofferen 〈 om de rest te behouden〉prendre part à, une part dans • deelnemen aanpour ma part • wat mij betreftpour une bonne, large part • grotendeelsFrançais à part entière • volwaardig Fransman3 autre part • ergens anders, eldersnulle part • nergensquelque part • ergensà part • apart, gescheidenà part ça • afgezien daarvan, voor de restà part moi • bij mezelfmis à part • afgezien van, behalveprendre à part • apart nemend' autre part • aan de andere kant, anderzijdsd' une part … d' autre part • aan de ene kant … aan de andere kant, enerzijds … anderzijdsde part en part • door en doorde part et d' autre • over en weer, van, aan weerskantende la part de • (uit naam) van, namens, in opdracht vanprendre en bonne, mauvaise part • goed, slecht vinden, opnemen————————part (de fondateur)f1) deel, portie2) aandeel, bijdrage3) kant, zijde -
6 entendre
entendre [ãtãdr]1 horen2 luisteren naar ⇒ (aan-, ver)horen3 begrijpen ⇒ verstaan (onder), opvatten♦voorbeelden:1 entendre dire que • horen, vernemen datentendre parler de qc. • ergens van horenà l'entendre • als je hem mag gelovenentendre la messe • de mis bijwonen→ plaisanterie, sourd¹1 elkaar begrijpen ⇒ het met elkaar eens zijn, het eens worden4 opgevat, begrepen (kunnen) worden♦voorbeelden:5 se faire entendre • te horen zijn, (weer)klinkenv1) horen3) begrijpen4) bedoelen5) willen, verlangen -
7 doigt
doigt [dwaa]〈m.〉1 vinger3 vingerdikte ⇒ vingerbreedte, beetje♦voorbeelden:1 avoir des doigts de fée • gouden handen hebben, zeer handig zijndoigt de pied • teendoigts boudinés • worstvingerspetit doigt • pinkvous avez mis le doigt dessus • u hebt de spijker op de kop geslagense compter sur les doigts de la main • op de vingers van één hand te tellen zijnconduire qn., mener qn., faire marcher qn. au doigt et à l'oeil • iemand naar zijn pijpen laten dansenl'argent lui coule des doigts • het geld glijdt, vliegt hem, haar door de vingersmon petit doigt me l'a dit • dat hebben de kaboutertjes me verteldêtre comme les deux doigts de la main • innig bevriend, boezemvriend(inn)en zijnne rien faire de ses dix doigts • geen steek uitvoerense ficher, se fourrer, se mettre le doigt dans l'oeil (jusqu'au coude) • het bij het verkeerde eind hebbens'en lécher les doigts • zijn vingers erbij aflikkenne pas lever, ne pas bouger, ne pas remuer le petit doigt • geen vinger uitstekenmettre le doigt dans l'engrenage • niet meer terug kunnenmettre le doigt sur la difficulté • de moeilijkheid vindenmettre le doigt sur la plaie • de vinger op de wonde leggeny mettre les quatre doigts et le pouce • begerig grijpenmontrer du doigt • aanwijzen; met de vinger nawijzense mordre les doigts • zich verbijten, spijt hebben als haren op zijn hoofd (van)obéir, marcher au doigt et à l'oeil • stipt gehoorzamentoucher qc. du doigt • iets duidelijk (laten) zientoucher du doigt le but, la fin • zeer dicht bij het doel zijnà un doigt, deux doigts de • vlak bijêtre à deux doigts de la mort, de sa perte • de dood voor ogen hebben, op sterven na dood zijn; aan de rand van de afgrond staanm1) vinger, teen2) klauw -
8 envers
envers1 [ãver]〈m.〉2 schaduwzijde ⇒ schaduwkant, (het) verborgen leven3 (het) tegenovergestelde ⇒ tegendeel, (het) omgekeerde, tegenhanger♦voorbeelden:à l'envers • binnenstebuiten, achterstevoren, averechts 〈 breien〉étoffe sans envers • keerbare stof3 à l'envers • in de omgekeerde richting, verkeerd omvous avez pris mes paroles tout à l'envers • u heeft mijn woorden helemaal verkeerd opgevatavoir l'esprit, la tête à l'envers • de kluts kwijt zijnaller, marcher à l'envers • mis gaanprendre à l'envers • verkeerd aanpakken→ monde————————envers2 [ãver]〈 voorzetsel〉1 jegens ⇒ ten opzichte van, bij♦voorbeelden:¶ envers et contre tous, tout • tegen alles en iedereen; ondanks alles1. m1) keerzijde, achterzijde, onderkant2) schaduwzijde3) tegendeel, (het) omgekeerde2. prépjegens, ten opzichte van -
9 aller
aller1 [aalee]〈m.〉♦voorbeelden:je ne fais qu'un aller et retour de la maison au boulanger • ik loop even naar de bakkerà l'aller • op de heenweg, heenreis————————aller2 [aalee]2 functioneren ⇒ lopen, gaan3 passen ⇒ staan, samengaan♦voorbeelden:se laisser aller • zichzelf verwaarlozen, zich laten gaan, de moed verliezense laisser aller à la joie • zich overgeven aan vreugdese laisser aller à critiquer qn. • zich ertoe laten verleiden iemand te bekritiserenaller et venir • heen en weer lopen, gaan en komentout va bien • alles is in orde, okayaller devant • voorgaanil ira loin • hij zal het ver schoppenaller à son travail • naar zijn werk gaanaller à vélo, à bicyclette • fietsenaller à pied • (gaan) lopenaller aux renseignements • op inlichtingen uitgaanaller chez qn. • iemand een bezoek brengenaller chez le coiffeur • naar de kapper gaanaller contre • ingaan tegenaller de soi, sans dire • vanzelf sprekenaller en avant • vooruit gaanaller en bateau • varenaller en voiture, en train • met de auto, de trein gaanaller en France • naar Frankrijk gaanil est allé jusqu'à lui dire que • hij heeft hem zelfs gezegd datallons, allons! • kom kom, kop op!, ben je mal!allez, allez • kom, kom, zeg, zegallons donc, ce n'est pas vrai! • och kom, dat is niet waar!allez donc! • kom nou! 〈 ongeloof〉allez! • schiet op!, hup!allez, Michèle, dis-moi • toe, Michèle, zeg me nou eensva donc! • ga nou!je suis raisonnable, va • ik doe heus geen gekke dingenà la va comme je te pousse • met de Franse slag→ avant2 ça va? • (hoe) gaat het?ça ne va pas? • is er iets?, gaat het niet?ça ne va pas trop mal • ik mag niet mopperença peut aller • het kan ermee door〈 informeel〉 ça va pas, (la tête)? • ben je niet goed snik?comment allez-vous? ça va, merci • hoe maakt u het? goed, dank u〈 onpersoonlijk〉 il en va de cette affaire comme de l'autre • met deze zaak gaat het net zo als met die anderequ'est-ce qui ne va pas? • wat is er?, scheelt er iets aan?il y a quelque chose qui ne va pas • er is iets misaller bien • goed gaan, het goed makenaller mal • slecht gaan, het slecht makenle poste de radio va mal • de radio doet het niet goedvas-y, allez-y • ga erheen, doe het maar, vooruit maar, ga je gangallons-y • laten we gaan, laten we beginnen, kom, vooruit〈 sport en spel〉 vas-y, Robert! • hup, Rob!ça y allait! • dat ging er vrolijk aan toe!vous y allez un peu fort • nu overdrijf je een beetjecomme vous y allez! • kalm aan een beetje!il y est allé de sa chanson • hij heeft een liedje ten beste gegevenil a dû y aller de sa bourse • hij heeft moeten dokken3 ça vous va? • schikt u dat?ça me va • goed, okayest-ce que cette robe me va? • staat die jurk me?aller bien ensemble • goed bij elkaar passenla clef ne va pas à la serrure • die sleutel past niet in het slotelle allait tout avouer lorsque • ze zou net alles bekennen, toenn'allez surtout pas croire que • denk vooral niet datpourvu qu'il n'aille pas se faire prendre • als hij maar niet gepakt wordtn'allez pas vous imaginer que • verbeeld je maar niet datva savoir!, allez donc savoir! • wie zal het zeggen?va pour la Corse, cette année • nou goed dan, (we gaan) dit jaar naar Corsicaaller sur ses 40 ans • tegen de 40 lopen1 weggaan2 verdwijnen ⇒ verstrijken, sterven♦voorbeelden:1. m1) heenreis2) enkele reis [openbaar vervoer]2. v1) gaan, lopen2) reizen3) vertrekken5) het (goed, slecht) maken6) functioneren7) passen, goed staan, samengaan8) zullen, gaan3. s'en allerv1) weggaan2) verdwijnen3) zullen, gaan -
10 communion
communion [kommuunjõ]〈v.〉3 overeenstemming ⇒ eensgezindheid, het zich één voelen♦voorbeelden:exclure de la communion • van de kerkgemeenschap uitsluitenêtre en communion avec la nature • zich één voelen met de natuur→ tablef1) gemeenschap, gemeente2) communie [religie]3) overeenstemming, eensgezindheid -
11 voie
voie [vwaa]〈v.〉2 spoorweg ⇒ baanvak, spoor(baan)3 wijze ⇒ weg, middel4 spoor ⇒ wagenspoor, spoorwijdte♦voorbeelden:1 les voies de communication • de verkeerswegen, de verbindingenvoies d'eau • waterwegenvoie lactée • melkwegvoies navigables • waterwegenvoie privée • eigen wegêtre dans la bonne voie • op het goede pad zijnpays en voie de développement • ontwikkelingslanden voie de guérison • aan de beterende handpar voie de terre • over landla voie ferrée • de spoorwegdonner, ouvrir la voie • het sein op veilig stellenvoies de fait • feitelijkhedenla bonne, la mauvaise voie • de goede, de slechte manier om iets te krijgenfrayer, ouvrir, préparer la voie • (als baanbreker) de weg bereidenmettre qn. sur la voie • iemand op het goede spoor brengen, op weg helpenpar des voies pacifiques • langs vreedzame weg, met vreedzame middelenvoies respiratoires • luchtwegenpar voie buccale • door de mond, oraal6 voie aérienne • verkeer, transport door de luchtvoie maritime • verkeer, transport over zeef1) (rij)weg2) spoorweg3) wijze, middel4) spoor5) kanaal, buis [biologie] -
12 carrément
carrément [kaʀemɑ̃]adverb* * *kaʀemɑ̃* * *kaʀemɑ̃ adv1) (= franchement, sans détours) straight out, bluntlyDis-lui carrément ce que tu penses. — Tell him straight out what you think.
Il l'a carrément mis à la porte. — He just sacked him.
c'est carrément...; C'est carrément impossible. — It's completely impossible., It's just about impossible
À ce prix, c'est carrément du vol. — At that price, it's daylight robbery.
* * *carrément adv1 ( purement et simplement) [malhonnête, stupide, désastreux, exotique] downright; la situation devient carrément inquiétante the situation is becoming downright worrying; ce n'est plus de la prudence, c'est carrément de la lâcheté it's no longer a question of being cautious, it's downright cowardice; il vaut carrément mieux les jeter/changer le moteur it would be better just to throw them out/to change the engine;2 ( complètement) completely; changer carrément de nom to change name completely; on est carrément dans le brouillard we're completely in the dark; c'est carrément un désastre/le cauchemar it's a complete disaster/nightmare; certaines entreprises ont carrément été exonérées some companies have been totally exempted; ils ont carrément engagé des tueurs they have even hired assassins; il faudrait carrément louer une camionnette we should really hire a van; reprenons carrément depuis le début let's start again right from the beginning; les réformes ne suffiront pas, il faut carrément changer le système the reforms will not be enough, it's the system that needs changing;3 ( sans ambages) [demander, dire] straight out; [exprimer] clearly, in no uncertain terms; elle m'a carrément accusé de mentir she accused me straight out of lying;4 ( sans hésiter) allez-y carrément! go straight ahead!, go for it○!; il a carrément démissionné he went straight ahead and resigned; faute de pouvoir payer son loyer, il a carrément installé un lit de camp dans son bureau since he was unable to pay the rent, he went and set up a camp bed in his office; dans un cas pareil, appelle carrément la police in such a case, don't hesitate to call the police; le pétrolier a carrément vidé ses cuves dans le port the tanker emptied its tanks right in the harbourGB.[karemɑ̃] adverbe[agir] straightje vais le quitter! — ah, carrément? I'm going to leave him! — it's as serious as that, is it?c'est carrément du vol/de la corruption it's daylight robbery/blatant corruption -
13 consécration
consécration [kõseekraasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:consécration du temps • bevestiging door de tijdf1) (in)wijding, (in)zegening2) consecratie [mis]3) bekrachtiging, bevestiging -
14 dire
dire1 [dier]〈m.〉♦voorbeelden:au(x) dire(s) de, selon le(s) dire(s) de • volgens————————dire2 [dier]4 opzeggen ⇒ voordragen, voorlezen♦voorbeelden:que veut dire cette phrase? • wat betekent deze zin?vouloir dire • bedoelenceci dit • na dit te hebben gezegden dire de belles • gekke dingen zeggenson visage me dit qc. • zijn gezicht komt me bekend vooron dit que • het gerucht doet de ronde datc'est moi qui vous le dis • dat verzeker ik uà qui le dites vous? • zeg dat wel!ne rien dire qui vaille • niets goeds voorspellenrien à dire, il n'y a pas à dire • daar valt niets tegen in te brengenc'est tout dire • daarmee is alles gezegdpour tout dire • in één woordtu l'as dit! • gelijk heb je!pour ainsi dire, autant dire • als het wareaussitôt dit que fait, aussitôt dit, aussitôt fait • zo gezegd zo gedaanvous avez beau dire • al je argumenten ten spijtc'est beaucoup dire • dat is overdrevenil ne croit pas si bien dire • hij weet niet hoe waar het isje vous l'avais bien dit • ik had je gewaarschuwdc'est bientôt, vite dit • dat is gemakkelijk gezegddites donc • zeg(cela) soit dit en passant • dit terzijdecela en dit long • dat zegt genoegpour mieux dire • beter nogdire pis que pendre de qn. • erg kwaad spreken over iemandproprement dit • eigenlijkvous m'en direz tant! • zit dat zó!, u kunt me nog meer vertellen!à vrai dire • eigenlijksoit dit entre nous • onder ons gezegdsans mot dire • in stiltecela va sans dire • dat spreekt vanzelfil ne sera pas dit que • ik zal niet dulden datc'est dire si • je ziet hoe(zeer)qui l'eût dit? • wie had dat gedacht?et dire que • en dan te bedenken daton dirait que • het lijkt wel of4 dire la messe • de mis zeggen, lezen1 bij, tot zichzelf zeggen, denken♦voorbeelden:1. mbewering, oordeel2. v1) zeggen2) bevelen3) besluiten4) denken, menen5) voordragen6) weergeven3. se direv1) bij/tot zichzelf zeggen3) zich noemen -
15 épître
épître [eepietr]〈v.〉fepistel, zendbrief -
16 mettre
mettre [metr]1 plaatsen ⇒ leggen, zetten, stellen5 teweegbrengen ⇒ veroorzaken, stichten 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:mettre longtemps à cuire • lang moeten kokenles mettre • 'm smeren, ervandoor gaanqu'est-ce qu'il lui met! • die geeft hem van katoen!mettre qn. dedans • iemand erin laten lopenmettre de la bonne volonté à faire qc. • zijn goede wil bij iets tonen〈 informeel〉 mettez, mettons que 〈+ aanvoegende wijs〉 • laten we (nu eens) aannemen dat, stel dat, aangenomen dat→ vue1 zich plaatsen, zetten ⇒ gaan staan, liggen, zitten2 〈+ à〉beginnen (met, te)3 aantrekken ⇒ aandoen, opzetten 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:se mettre debout • opstaan, overeind komense mettre dans une situation délicate • zich in een lastig parket brengense mettre en avant • zich op de voorgrond plaatsens'y mettre • aan de gang, slag gaanle tout c'est de s'y mettre • alleen het begin is moeilijkne plus savoir où se mettre • in een moeilijk parket zittense mettre après qn. • iemand plagen, voor de gek houdense mettre au beau • mooi (weer) wordense mettre avec qn. • met iemand gaan samenwonense mettre en quatre pour qn. • zich voor iemand uit de naad lopenqu'est-ce qu'on s'est mis! • wat hebben we geschranst!v1) plaatsen, zetten, leggen2) aantrekken [kleding]4) aanzetten [verwarming, radio]5) veroorzaken -
17 ordinaire
ordinaire1 [ordiener]〈m.〉♦voorbeelden:à l'ordinaire, d' ordinaire • gewoonlijkcomme à mon ordinaire • zoals ik gewoon ben————————ordinaire2 [ordiener]♦voorbeelden:1 avec sa gaieté ordinaire • met de hem, haar eigen vrolijkheid〈 informeel〉 ça alors, c'est pas ordinaire! • dat is raar!adj1) gewoon2) alledaags -
18 perdre
perdre [perdr]2 afnemen ⇒ verminderen, zwakker worden♦voorbeelden:y perdre • erop achteruitgaanperdre sur une marchandise • verlies lijden op een artikelII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verliezen ⇒ kwijtraken, erbij inschieten2 verspillen ⇒ verknoeien, verspelen3 ruïneren ⇒ te gronde richten, in zijn goede naam aantasten♦voorbeelden:sans perdre une syllabe • zonder ook maar één woord te missenn'avoir rien à perdre, mais tout à gagner • nee heb je, ja kun je krijgentu ne le connais pas? tu n'y perds rien • ken je hem niet? daar mis je niets aanperdre de vue • uit het oog verliezen2 vous ne perdez rien pour attendre! • u komt heus nog wel aan uw trekken!vous n'auriez pas un instant à perdre? • hebt u niet een ogenblikje voor me?♦voorbeelden:v1) verliezen2) afnemen, zwakker worden3) lekken4) vloeien [vrouw]5) kwijtraken6) verspillen7) ruïneren -
19 répondre
répondre [reepõdr]♦voorbeelden:répondre à une invitation • gehoor geven aan een uitnodigingle chien répond au nom de Victor • de hond luistert naar de naam Victorrépondre au téléphone • de telefoon aannemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v4) reageren -
20 taper
taper [taapee]1 slaan (op) ⇒ kloppen (op), tikken (tegen, op)♦voorbeelden:taper à la porte • aankloppen〈 informeel〉 taper à côté • er naast zitten, 't mis hebbentaper dans le ballon • de bal een trap geventaper du pied • met zijn voet stampentaper sur un piano • op een piano rammen〈 informeel〉 taper dans • pikken uit, zich te goed doen aanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 taper qc. à la machine, à l'ordinateur • iets typen, tikken, intikken op de computer♦voorbeelden:ton histoire, je m'en tape • dat verhaal van jou zal mij een zorg zijnv1) slaan (op), tikken (tegen)2) branden3) (uit)typen5) hameren7) dichtmaken
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Van's Aircraft RV-6 — Vu a Brockville, Ontario en juin 2005, un RV 6 avec la verrière originale. Constructeur … Wikipédia en Français
Van Canto — à Wacken Open Air (2008). Pays d’origine … Wikipédia en Français
VAN ORLEY (B.) — VAN ORLEY BAREND (1490 env. 1541) Peintre de portraits et de tableaux religieux, surtout célèbre comme dessinateur de cartons de tapisseries et de vitraux, Barend van Orley est, avec l’Anversois Gossaert, son aîné de quelques années, le Liégeois… … Encyclopédie Universelle
VAN — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom … Wikipédia en Français
Van Hool A330 — Van Hool NewA330 NewA330 de Monaco Constructeur Van Hool Classe Bus … Wikipédia en Français
VAN MANDER (C.) — VAN MANDER CAREL (1548 1606) De nombreux Flamands se réfugièrent dans les Pays Bas du Nord à cause de leur sympathie pour les réformés lors des troubles politico religieux des années 1580, et parmi eux des artistes dont Carel van Mander,… … Encyclopédie Universelle
VAN SCOREL (J.) — VAN SCOREL JAN (1495 1562) L’un des plus éminents chefs de file du mouvement romaniste dans la peinture des Pays Bas du XVIe siècle. Humaniste accompli, chanoine lettré, versé dans la musique et dans la technique (en 1549 et 1550, il donne des… … Encyclopédie Universelle
Van Gogh — Vincent Van Gogh « Van Gogh » redirige ici. Pour les autres significations, voir Van Gogh (homonymie) … Wikipédia en Français
Van gogh — Vincent Van Gogh « Van Gogh » redirige ici. Pour les autres significations, voir Van Gogh (homonymie) … Wikipédia en Français
Van Damme (Tintin) — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français
Van Damme (personnage) — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français